Samenvatting hoofdstuk 19 Vermogensmarkt Bedrijfseconomie in Balans havo
Hoofdstuk 19 Vermogensmarkt
19.1 Vragers van vermogen
De vermogensmarkt is het geheel van vraag naar en aanbod van vermogen.
Financieringskosten zijn alle kosten die verbonden zijn aan het lenen van geld zoals interest (rente) en afsluitprovisie.
Vragers van vermogen zijn:
- consumenten: bijvoorbeeld hypothecaire leningen;
- overheid: de Staat geeft regelmatig obligatieleningen uit om het financieringstekort te dekken. Een obligatielening is een grote lening die is opgesplitst in delen (obligaties);
- ondernemingen: nv’s geven aandelen uit om het eigen vermogen te vergroten; als een onderneming leent (door bijvoorbeeld een obligatielening uit te geven), neemt het vreemd vermogen toe.
19.2 Aanbieders van vermogen
Aanbieders van vermogen zijn:
- institutionele beleggers: pensioenfondsen en levensverzekeringsmaatschappijen. Dit zijn instellingen die grote bedragen beleggen als uitvloeisel van hun hoofdtaak (het doen van uitkeringen). Institutionele beleggers verstrekken vaak onderhandse leningen. Dit zijn langlopende leningen waarbij het geld door één geldgever verstrekt wordt;
- spaarders: Een spaarder belegt ondernemend als hij het risico accepteert van een wisselend inkomen. Een spaarder die bijvoorbeeld belegt in aandelen krijgt als vergoeding dividend waarvan de hoogte afhankelijk is van de gemaakte winst van de nv. Bij de verkoop van aandelen kan de belegger koersverlies lijden.
- beleggingsfondsen: Zij beheren het vermogen van particulieren. Beleggingsfondsen hebben deskundigen in dienst om zo goed mogelijk te beleggen en om het risico te spreiden.
- ondernemingen: Zij kunnen tijdelijk geld “over” hebben wat zij kunnen beleggen in aandelen en obligaties van andere ondernemingen/instellingen.
- overheid: Denk hierbij niet in de eerste plaats aan de centrale overheid (de Staat) maar aan lagere overheden als gemeenten, waterschappen en sociale fondsen.
19.3 Geldmarkt en kapitaalmarkt
De vermogensmarkt bestaat uit de geldmarkt (voor kortstondig tijdelijk vermogen) en de kapitaalmarkt (voor aandelenvermogen en langdurig tijdelijk vermogen). Voorbeelden van de geldmarkt zijn rekening-courantkrediet (rood staan), leverancierskrediet en afnemerskrediet.
De kapitaalmarkt bestaat uit de openbare kapitaalmarkt die voor iedereen toegankelijk is (zoals een aandelenemissie en de uitgifte van obligaties) en de onderhandse kapitaalmarkt waar slechts één geldgever voor het benodigde vermogen zorgt (zoals bij een onderhandse lening en een hypothecaire lening).
Verschillen tussen een onderhandse lening en een obligatielening zijn:
Onderhandse lening
- Er is één geldgever.
- Rechtstreeks contact tussen geldgever en geldnemer: over de leningvoorwaarden kan worden onderhandeld.
- Betaling van rente en aflossing is eenvoudig: er is namelijk maar één geldgever.
- De geldgever kan zijn geld niet eerder terugkrijgen dan aan het eind van de looptijd.
- Er zijn talrijke geldgevers (iedereen kan inschrijven op een obligatielening).
- De obligaties worden geplaatst via de effectenbeurs. De voorwaarden worden vooraf bekend gemaakt.
- Bij betalen van rente en aflossing wordt de bank ingeschakeld.
- Een obligatiehouder kan zijn uitgeleende geld terugkrijgen door zijn obligatie via de effectenbeurs te verkopen.
19.4 De Amsterdamse effectenbeurs
Effecten zijn waardepapieren die kunnen worden gekocht en worden verkocht.
De AFM (Autoriteit Financiële Markten) is een toezichthoudende instantie op alles wat te maken heeft met sparen, beleggen, verzekeren, pensioenen en lenen.
DNB (De Nederlandsche Bank) is de toezichthouder en verleent o.a. bankvergunningen.
De ACM (Autoriteit Consument & Markt) is toezichthouder op de Mededingingswet en een deel van het consumentenrecht. Voor veel bedrijfsovernames en fusies is toestemming van de ACM nodig.
Provisie bestaat uit bemiddelingskosten bij het kopen of verkopen van aandelen.
Bij een limietorder geldt een maximum koopprijs of een minimale verkoopprijs. Bij een bestensorder (market order) is er geen limiet (de order wordt tegen de eerstvolgende prijs uitgevoerd).
Bij een beursgang gaat een onderneming naar de effectenbeurs om een groter eigen vermogen te verkrijgen en een groter publiek te bereiken.
Redenen voor een beursgang zijn:
- verkrijgen van een groter eigen vermogen;
- verkrijgen van een grotere naamsbekendheid/status;
- verkrijgen van een grotere verhandelbaarheid van de aandelen van de nv;
- om te “cashen”.
Koerswijzigingen van aandelen treden op door:
- toekomstverwachtingen;
- mogelijke fusie/overname;
- nationale en internationale (economische) ontwikkelingen;
- verandering van de rentestand.
Economische ontwikkelingen hebben invloed op de koerstonwikkeling van aandelen.
De stemming van de markt, het marktsentiment wordt o.a. beïnvloed door economisch nieuws, toekomstige economische verwachtingen en politieke ontwikkelingen en bij beursklimaat is de algemene stemming op de beurs bij een bepaald moment.
Koersvolatiliteit is de beweeglijkheid van beurskoersen.
De marktrentestand heeft invloed op de aantrekkelijkheid om in (obligatie)leningen en aandelen te beleggen.
Een index is de gezamenlijke prestatie van een verzameling aandelenfondsen. Bekende indices zijn: AEX-index, Dow Jones index.
Beoordelingsexemplaar?
Uitgeverij Van Vlimmeren B.V.
De Meeten 21
4706NJ Roosendaal
Tel: 0165 548824
Fax: 0165 548823
Mail: info@vanvlimmeren.nl
Web: www.vanvlimmeren.nl
KvK: 20080439
Methodesites
Management & Organisatie in Balans voor het vak management en organisatie havo en vwo
Bedrijfseconomie in Balans voor het vak bedrijfsecononomie havo en vwo
Economie Integraal voor het vak economie bovenbouw havo en vwo
Integraal in Balans voor het vak economie en bedrijfseconomie onderbouw havo en vwo
Elementair boekhouden in Balans voor Elementair boekhouden/Basiskennis boekhouden (BKB)
Basiskennis ondernemerschap in Balans voor Basiskennis ondernemerschap (BKO)
Kostencalculatie voor onder meer Basiskennis Calculatie (BKC), Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) en Moderne Bedrijfsadministratie (MBA)
Financiering voor onder meer Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) en Moderne Bedrijfsadministratie (MBA)
Boekhouden en bedrijfsadministratie voor onder meer Elementair boekhouden/Basiskennis boekhouden (BKB), Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) en Moderne Bedrijfsadministratie (MBA), mbo, hbo en wo.