Samenvatting hoofdstuk 40 Regels voor de activa Bedrijfseconomie in Balans vwo
Hoofdstuk 40 Regels voor de activa
40.1 Waarderingsgrondslagen
De waarderingsgrondslag is de wijze waarop activa in de externe balans worden gewaardeerd. Toegestaan voor de voorraden is de verkrijgingprijs. De verkrijgingsprijs bestaat uit de inkoopprijs plus bijkomende kosten: het werkelijk betaalde bedrag → historische aanschafprijs → fifo of lifo.
Voorraad onderhanden werk of eindproduct waarderen we tegen de vervaardigingsprijs. De vervaardigingsprijs bestaat uit: verkrijgingsprijs grond/hulpstoffen + overige rechtstreeks toe te rekenen kosten + redelijk aandeel in de niet rechtstreeks toe te rekenen kosten (waaronder ontwikkelingskosten).
Onderzoek en ontwikkeling leidt tot kosten bij het ontwikkelen van een nieuw product. Kosten van onderzoek brengen we direct naar de winst-en-verliesrekening. Ontwikkelingskosten activeren we en schrijven we af.
Voor de vaste activa is de actuele waarde de andere toegestane waarderingsgrondslag. De actuele waarde is de waarde op het waarderingsmoment, vaak het moment van de balans. De waardestijging van vaste activa wordt op de balans debet verwerkt op de rekening van het materiële actief en credit op de rekening Herwaarderingsreserve. Aan de herwaarderingsreserve wordt toegevoegd het verschil in boekwaarde volgens de actuele waarde en de boekwaarde op basis van de aanschafprijs
Bij de waardering van de activa houden we rekening met het voorzichtigheidsbeginsel: niet hoger waarderen dan het waard is. We gebruiken de minimumwaarderingsregel en kiezen voor de laagste waarde volgens de historische aanschafprijs of directe opbrengstwaarde/marktwaarde.
De directe opbrengstwaarde is de prijs die je op het moment van samenstellen van de balans, zou moeten betalen bij aankoop of zou krijgen bij verkoop.
40.2 Vaste activa
De vaste activa worden onderscheiden in:
- immateriële vaste activa;
- materiële vaste activa;
- financiële vaste activa.
Immateriële vaste activa zijn activa die je niet kunt zien of aanraken maar wel een waarde hebben. Voorbeelden zijn R&D, concessie, vergunning (licentie) en goodwill.
- R&D zijn de kosten van onderzoek en ontwikkeling. Het deel ontwikkelingskosten mag worden geactiveerd en daarna mag er op worden afgeschreven.
- Met een concessie krijg je toestemming om iets te exploiteren. De kosten van verwerving activeren we.
- Een vergunning moet je vooraf betalen aan de overheid om toestemming te krijgen voor iets. Het bedrag van verwerving kun je activeren.
- Een licentie is als de ene onderneming toestemming verleent aan een andere onderneming om een bepaalde toepassing of ontwikkeld product te gebruiken en exploiteren.
- Goodwill is een bepaald bedrag dat je bij het overnemen van een onderneming extra moet betalen boven de waarde (het eigen vermogen) die de balans van die onderneming aangeeft. Dit is een vergoeding voor de goede reputatie van de onderneming.
Materiële vaste activa zijn terreinen, gebouwen, machines, inventaris, computers enzovoort. Ook installaties behoren hiertoe. Een installatie is een complex van meer machines die bij elkaar horen.
Financiële vaste activa zijn deelnemingen, vorderingen op groepsmaatschappijen en effecten als belegging langer dan een jaar.
- Bij een deelneming verschaft een bv/nv kapitaal aan een andere bv/nv met het doel een duurzame band aan te gaan. Deze kapitaalverschaffing en duurzame band zijn gericht op de eigen werkzaamheden.
- Bij een dochtermaatschappij heeft een onderneming meer dan 50% van de zeggenschap in een andere onderneming of kan meer dan de helft van de bestuurders of commissarissen benoemen.
- Bij groepsmaatschappij zijn bv’s/nv’s samen met andere bv’s/nv’s in een groep verbonden, waarbij sprake is van een economische eenheid en een organisatorische verbondenheid.
- Ook een vordering op een groepsmaatschappij behoort tot de financiële vaste activa.
- Effecten horen tot de financiële vaste activa als een onderneming ze langer dan een jaar wil houden.
40.3 Vlottende activa
Tot de vlottende activa horen voorraden, vorderingen en overlopende activa, effecten en liquide middelen.
- Een handelsonderneming waardeert voorraden handelsgoederen tegen de historische uitgaafprijs.
- De voorraad gereed product is een voorraad eindproduct voor een dienstverlenende onderneming met een omvormingsproces.
- De voorraad grond- en hulpstoffen zijn voorraden die nog verwerkt moeten worden tot een eindproduct.
- De voorraad onderhanden werk betreft producten waarbij het fabricageproces op de balansdatum nog niet is afgerond.
- Vorderingen zijn bedragen die een onderneming van debiteuren tegoed heeft. De overlopende activa bestaan uit nog te ontvangen bedragen of vooruitbetaalde bedragen.
- Effecten die een onderneming koopt om tijdelijk overtollige kasmiddelen te benutten, rekenen we tot de vlottende activa.
- Liquide middelen zijn betalingsmiddelen.
Beoordelingsexemplaar?
Uitgeverij Van Vlimmeren B.V.
De Meeten 21
4706NJ Roosendaal
Tel: 0165 548824
Fax: 0165 548823
Mail: info@vanvlimmeren.nl
Web: www.vanvlimmeren.nl
KvK: 20080439
Methodesites
Management & Organisatie in Balans voor het vak management en organisatie havo en vwo
Bedrijfseconomie in Balans voor het vak bedrijfsecononomie havo en vwo
Economie Integraal voor het vak economie bovenbouw havo en vwo
Integraal in Balans voor het vak economie en bedrijfseconomie onderbouw havo en vwo
Elementair boekhouden in Balans voor Elementair boekhouden/Basiskennis boekhouden (BKB)
Basiskennis ondernemerschap in Balans voor Basiskennis ondernemerschap (BKO)
Kostencalculatie voor onder meer Basiskennis Calculatie (BKC), Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) en Moderne Bedrijfsadministratie (MBA)
Financiering voor onder meer Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) en Moderne Bedrijfsadministratie (MBA)
Boekhouden en bedrijfsadministratie voor onder meer Elementair boekhouden/Basiskennis boekhouden (BKB), Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) en Moderne Bedrijfsadministratie (MBA), mbo, hbo en wo.