Samenvatting hoofdstuk 7 Beleggen Bedrijfseconomie in Balans vwo
Hoofdstuk 7 Beleggen
7.1 Spaarvormen
Verplicht sparen komt vaak voor bij een pensioen. Bij een bedrijfspensioenfonds leggen werknemer en werkgever allebei maandelijks een bedrag in als pensioenpremie zodat de werknemer t.z.t. een pensioen uit het fonds ontvangt. De nu betaalde premies worden belegd en vermeerderd met de beleggingsinkomsten, vanuit daar worden de uitkeringen gedaan: het kapitaaldekkingsstelsel.
Vrijwillig pensioensparen kan via een lijfrente, zelf beleggen of gewoon sparen bij een bank, bij de eerste twee mogelijkheden zijn er fiscale faciliteiten mogelijk.
Bij een deposito zet je een bedrag voor een bepaalde periode vast, het is niet toegestaan tijdens deze periode geld van je depositorekening af te halen.
7.2 Effectenbeurs
Op de effectenbeurs worden aan- en verkooporders van effecten (zoals aandelen, obligaties, participatiebewijzen van beleggingsfondsen) uitgevoerd. Provisie is het bedrag voor de bemiddelingskosten bij het kopen of verkopen van aandelen. Bij een limietorder geldt een maximum koopprijs of een minimale verkoopprijs. Bij een bestensorder (market order) is er geen limiet (de order wordt tegen de eerstvolgende prijs uitgevoerd).
Een index is een gezamenlijke prestatie van een verzameling aandelenfondsen. Bekende indices zijn: AEX-index, Dow Jones index.
7.3 Aandelen
Een aandeel is het bewijs van deelname in het eigen vermogen van een bv/nv en de nominale waarde is het bedrag dat op het aandeel staat. De koerswaarde is het bedrag dat je voor het aandeel moet betalen als je het wilt kopen. De emissiekoers is de door de onderneming een vastgestelde prijs waartegen beleggers nieuwe aandelen kunnen kopen.
Dividend is een uitkering uit de winst voor aandeelhouders. Het dividendrendement bereken je als dividend/aandelenkoers × 100%.
Waardestijging van de aandelen laat de koerswinst zien. Koerswijzigingen van aandelen treden op door:
- toekomstverwachtingen;
- mogelijke fusie/overname;
- nationale en internationale (economische) ontwikkelingen;
- verandering van de rentestand.
Het koersrendement bereken je als (verkoopkoers – aankoopkoers)/aankoopkoers × 100%.
Aandelenrendement is de dividendrendement + koersrendement.
7.4 Obligaties en beleggingsfondsen
Een obligatielening is een geldlening op lange termijn die in kleine bedragen zijn opgedeeld.
Een obligatie is het bewijs van deelname in de obligatielening. Aflossen van een obligatielening kan in één keer aan het einde van de looptijd of in gedeelten gedurende een aantal jaren en door het inkopen van de eigen obligaties.
De koers van de obligatie geeft aan welke prijs wordt betaald voor de obligatie, deze wordt vaak vermeld als percentage van de nominale waarde. De koers van staatsobligatie wordt vooral bepaald door de huidige marktrente: zo kun je de netto contante waarde van alle toekomstige betalingen (rente en aflossing) berekenen. Het couponrendement geeft de verhouding tussen nominale rente en de koers van de obligatie aan.
Een converteerbare obligatie geeft het recht om deze in aandelen om te wisselen (meestal tegen bijbetaling).
Risicospreiding bereik je door te beleggen in verschillende soorten effecten en/of spaargelden van verschillende ondernemingen en overheden.
Een beleggingsfonds is een fonds waarin beleggers met vergelijkbare beleggingsdoelen geld inleggen om vervolgens te beleggen in bepaalde mix van aandelen, obligaties, contanten, vastgoed enzovoort.
Als we sparen in vreemde valuta of aandelen en om obligaties in vreemde valuta kopen, is er naast de gewone risico's ook een valutarisico.
7.5 Opties
Derivaten zijn afgeleide producten, zoals bijvoorbeeld aandelenopties. Met een optie heeft de koper het recht om ‘iets’ te kopen of te verkopen tegen een vooraf vastgestelde prijs (uitoefenprijs) gedurende een bepaalde termijn of op een vastgestelde datum. Het verkopen van een optie is een optie schrijven.
Opties Amerikaanse stijl mogen uitgeoefend worden tot en met de afloopdatum (expiratiedatum). Ook vindt er fysieke levering plaats, de aandelen worden bij uitoefening geleverd.
Opties Europese stijl mogen alleen worden uitgeoefend op de afloopdatum. Bij uitoefening wordt niet fysiek geleverd, maar wordt in geld afgerekend.
Er is een hefboomeffect van opties. Bij beleggen in aandelen is de inleg (het geïnvesteerde bedrag in de belegging) veel groter dan bij beleggen in opties. Daardoor kan het rendement (positief en negatief) van beleggen in opties veel hoger zijn dan dat van beleggen in aandelen. Rendement = winst/inleg x 100%.
Bij een calloptie heeft de eigenaar/koper het recht om een onderliggende waarde te kopen tegen een vooraf vastgestelde prijs gedurende een bepaalde termijn of op een vastgestelde datum. Een putoptie geeft de eigenaar/koper het recht om een onderliggende waarde te verkopen tegen een vooraf vastgestelde prijs gedurende een bepaalde termijn of op een vastgestelde datum.
Wanneer de uitoefenprijs van een optie gelijk is aan de huidige beurskoers spreken we van de optie at-the-money, als bij uitoefening de opbrengst positief is, in-the-money en bij negatief: out-of-the-money.
De intrinsieke waarde van een optie is de waarde van de optie bij onmiddellijke uitoefening.
De verwachtingswaarde van een optie is het verschil tussen de huidige optieprijs en de intrinsieke waarde. De verwachtingswaarde is nooit negatief, maar gaat naar € 0 op de afloopdatum.
De belangrijkste prijsbepalende factoren van een optie zijn de beurskoers, uitoefenprijs van het onderliggende aandeel, de looptijd van de optie (afloopdatum) en de volatiliteit van het onderliggende aandeel. Volatiliteit is de bewegelijkheid. Als een aandeel niet of nauwelijks volatiel is, zijn er geen grote schommelingen in de beurskoers.
Bij een spread koopt en verkoopt een belegger gelijktijdig een optie op hetzelfde onderliggende aandeel met verschillende uitoefendata en/of uitoefenprijzen.
Bij een straddle koopt een belegger gelijktijdig een call- en putoptie op hetzelfde onderliggende aandeel met dezelfde uitoefenprijs en uitoefendatum.
Bij een strangle koopt een belegger gelijktijdig een call- en putoptie op hetzelfde onderliggende aandeel met verschillende uitoefenprijzen en dezelfde uitoefendatum.
Beoordelingsexemplaar?
Uitgeverij Van Vlimmeren B.V.
De Meeten 21
4706NJ Roosendaal
Tel: 0165 548824
Fax: 0165 548823
Mail: info@vanvlimmeren.nl
Web: www.vanvlimmeren.nl
KvK: 20080439
Methodesites
Management & Organisatie in Balans voor het vak management en organisatie havo en vwo
Bedrijfseconomie in Balans voor het vak bedrijfsecononomie havo en vwo
Economie Integraal voor het vak economie bovenbouw havo en vwo
Integraal in Balans voor het vak economie en bedrijfseconomie onderbouw havo en vwo
Elementair boekhouden in Balans voor Elementair boekhouden/Basiskennis boekhouden (BKB)
Basiskennis ondernemerschap in Balans voor Basiskennis ondernemerschap (BKO)
Kostencalculatie voor onder meer Basiskennis Calculatie (BKC), Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) en Moderne Bedrijfsadministratie (MBA)
Financiering voor onder meer Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) en Moderne Bedrijfsadministratie (MBA)
Boekhouden en bedrijfsadministratie voor onder meer Elementair boekhouden/Basiskennis boekhouden (BKB), Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) en Moderne Bedrijfsadministratie (MBA), mbo, hbo en wo.